In Europa groeit het draagvlak voor het toestaan van het afschieten van wolven. Recentelijk hebben de vijftig landen die zijn aangesloten bij de Conventie van Bern ingestemd met een voorstel om de beschermingsstatus van de wolf te verlagen van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’.
NOS
Deze aanpassing betekent dat, hoewel de wolf beschermd blijft, er onder bepaalde voorwaarden meer ruimte komt voor het reguleren van de populatie, waaronder het afschieten van probleemwolven. De wijziging is een reactie op de toenemende zorgen van veehouders en lokale gemeenschappen over aanvallen op vee en de nabijheid van wolven tot menselijke nederzettingen.
NOS
In Nederland is er een vergelijkbare trend zichtbaar. Uit onderzoek van EenVandaag blijkt dat het draagvlak voor de aanwezigheid van de wolf afneemt. Waar in 2019 nog 58% van de ondervraagden positief was over de terugkeer van de wolf, is dat in 2024 gedaald naar 41%. Daarnaast vindt een meerderheid dat afschot geoorloofd is bij ernstige incidenten.
EENVANDAAG
Staatssecretaris Jean Rummenie van Natuur heeft positief gereageerd op de Europese beslissing en ziet het als een mogelijkheid om sneller in te grijpen bij incidenten met wolven. Hij werkt aan een landelijke uitvoeringsagenda om effectief op te treden tegen wolven die een bedreiging vormen voor mensen, huisdieren of vee.
NOS
Tegenstanders van de versoepeling, zoals de Partij voor de Dieren en het Wereld Natuur Fonds, waarschuwen echter dat de wolf in veel delen van Europa nog steeds kwetsbaar is en dat het verlagen van de beschermingsstatus kan leiden tot een toename van conflicten en een bedreiging vormt voor het herstel van de soort.
NOS
De aanpassing van de beschermingsstatus gaat over drie maanden in, tenzij minimaal zeventien landen binnen die periode bezwaar maken. Deze ontwikkeling markeert een belangrijke verschuiving in het Europese natuurbeleid en benadrukt de voortdurende uitdaging om een balans te vinden tussen natuurbescherming en menselijke belangen.
NOS